4. Joods.
Anne en haar familie waren joods en eerst was dat geen probleem in Duitsland, maar toen Hitler aan de macht kwam was het heel gevaarlijk als je joods was, en dus ging Anne samen met haar gezin naar Nederland. In Nederland was het in het begin ook geen probleem en zelfs toen Hitler aan de macht kwam was het niet erg. Maar toen Hitler steeds meer dingen in Nederland ging verbieden, werd het voor de joden steeds moelijker.
Het begon met dat joden hun eigen winkels kregen om dat ze in gewone winkels niet meer welkom waren. Daarna mochten ze ook niet meer naar parken, bioscopen, zwembaden en zelfs niet naar de kermis. Toen het steeds erger werd, kregen joden een eigen wijk en die noemden de Duitsers de jodenwijk. De joden moesten op hun persoonsbewijs een grote J laten zetten en die moesten ze overal mee naar toe nemen. Zo konden de Duitsers zien dat je joods was en konden ze controleren of je niet op een plek was waar joden eigenlijk niet mogen komen.
Ook kregen ze na een tijdje te horen dat iedereen die joods was en ouder is dan 6 een Davidster kreeg. Dat is een gele ster waar met zwarte letters op staat 'joods' en die moest je dan boven je hart vast maken aan je kleren.
Hitler gaf allemaal onschuldige joden de schuld van alles wat er ook maar ooit verkeerd is gegaan. Hitler wou ook alle joden en zigeuners uitroeien, dit betekend dat hij iedereen die joods was bijvoorbeeld wilde vermoorden en dat deden ze in kampen.
In Nederland waren er ook kampen gemaakt door de Duitsers maar dat waren werkkampen. In Polen waren de vernietigingskampen. Hier werden veel mensen naar toe gebracht en dan zette ze alle mensen in verschillende rijen. Eerst scheidden ze de mannen en vrouwen+kinderen. Dan werden ze verdeeld in rijen van zwak en sterk. De sterke mensen werden naar de werkkamers gebracht, waar ze dan heel hard moesten werken. De zwakke mensen werden naar de gaskamer gebracht. Dat zijn kamers waar iedereen die daar was vergast werd. En dan vooral joden maar ook gewone mensen.
Joden die moesten werken omdat ze nog sterk waren moesten ook werk doen in de gaskamers als er net een hele lading dood was gegaan. De joden moesten daar bijvoorbeeld kijken in de monden van de dode mensen of er gouden vullingen in zaten want die wilde de Duitsers hebben. Ze moesten ook alle dingen van de bagage die ze mee hadden, sorteren in grote hopen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb